Paniekaanval versus paniekstoornis

Een paniekaanval (hartkloppingen, zweten, willen vluchten, ijl worden in het hoofd,..........)
Indien je zomaar een paniekaanval krijgt, dus zomaar uit het niets en zonder aanwijsbare redenen dit beangstigend gevoel optreed kan je er natuurlijk voor kiezen om omgevingen, waarbij er weer een paniekaanval "kan" gaan optreden, te vermijden. Vaak ontstaat daardoor angst voor de angst ofwel angst "het" weer te krijgen.

Sociale angststoornis

Bang om bekeken te worden, kritiek te krijgen, de verkeerde dingen te zeggen, niet weten wat te zeggen (bevriezen), te blozen, een slechte indruk te maken, minder waard te zijn (of minder te kunnen) als de ander, fouten te maken. Denk aan spreekbeurten, vergaderingen, voordrachten, ....
Vaak gaat men dan steeds meer situaties vermijden en in "een schulp" kruipen en komt terecht in een isolement. 

Obsessieve compulsieve stoornis (OCS)

Bij OCS, beter bekend als dwangstoornis, heb je last van steeds terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of voorstellingen. Denk aan steeds terugkerende negatieve gedachten, seksuele gedachten, criminele gedachten, Daarnaast kan je ook last hebben van steeds terugkerende handelingen.
Deze hebben een grote invloed op je dagelijkse leven. Denk bijvoorbeeld aan smetvrees, de dwang om steeds je handen te "moeten" wassen, steeds opnieuw "moeten" controleren of je de deuren wel op slot hebt gedaan. De verschillende soorten dwanghandelingen kan je opdelen in: controleren, wassen, herhalen, ordenen, tellen, verzamelen. Nooit is het helemaal goed, nooit is het helemaal af,

Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)

Een gegeneraliseerde angststoornis uit zich meestal in een aanhoudende angst, overmatige stress en bezorgdheid over een zeer grote verscheidenheid aan dagelijkse en niet dagelijkse onderwerpen. Alles in en over de toekomst kan al een groot gevoel van onrust bij je teweeg brengen. Deze onrust gaat gepaard met overmatig piekeren over alle onderwerpen die angst zouden kunnen veroorzaken. Het piekergedrag is irrationeel en buiten proportie en vooral heel algemeen. 

Agorafobie

Bij agorafobie ondervind je angst om op onveilige plaatsen of in een onveilige situatie terecht te komen. Situaties waarin je denkt niet meteen weg te kunnen of geen hulp te krijgen (er alleen voor te staan). Angst om buitenshuis te komen (straatvrees/pleinvrees), angst een paniekaanval te krijgen op een openbare plaats. Ook angst om met de auto te rijden, voor je op een drukke plaats te begeven, het openbaar vervoer te nemen. Kortom het idee te hebben de controle compleet te kunnen verliezen!

Posttraumatisch stressstoornis (PTSS)

Deze angststoornis ontstaat na een traumatische ofwel ingrijpende ervaring, die je zelf meemaakt, ziet gebeuren of hoort. Een situatie waarbij iemands levens of lichamelijk welzijn werd bedreigd. PTSS komt bijvoorbeeld voor na seksueel misbruik, een natuurramp, een overval, een oorlogssituatie, een aanslag. Je ervaart herbelevingen omtrent deze eerdere ervaring in flashbacks of dromen. 

Specifieke fobie

Specifieke fobieën zijn waarschijnlijk het meest gekend. Men heeft een hevige en aanhoudende angst (en vermijding) voor een specifiek object of een specifieke situatie.

Dierenfobie: de meest voorkomende zijn honden, katten, muizen, spinnen, slangen, vogels, insecten, paarden,.....

Natuurlijke omgeving: angst voor het donker, hoogtevrees, angst voor water, onweer, storm,....

Medische: bloed, injecties, angst voor de dokter, tandarts, medische ingrepen of het zien van medische ingrepen.

Situationele: claustrofobie, vliegangst, rijangst, angst om over te geven, angst om niet tijdig een toilet te vinden.